Vindplaatsen
Myxomyceten kunnen op de hele wereld gevonden worden. Ze groeien vaak op rottend hout maar ook op levende bomen, klimop, grassprieten zijn ze aanwezig. Zelfs op extreme plekken zoals onder smeltende sneeuw (nivicole soorten) of op palmbomen in de woestijn zijn ze reeds gevonden. Ze houden doorgaans het meest van vochtige en schaduwrijke plekken. Sommige soorten leven in de grond en klimmen vanuit daar omhoog om hun vruchtlichamen te produceren (zoals bijvoorbeeld groot kalkschuim Mucilago crustacea), andere soorten verkiezen hout als "woonplek" en vormen daar hun vruchtlichamen. Ook de soort hout maakt soms uit, zo zijn sommige soorten vaker te vinden op naaldhout terwijl we andere soorten vaker op loofhout tegen komen. Zelfs composthopen kunnen ook een goede plek zijn om eens nader te bekijken.
Kweek
Ook als er niet met het blote oog vruchtlichamen te zien zijn kan het toch zo zijn dat er op het substraat myxomyceten voorkomen. In dit geval kan de vochtige kamermethode een handige methode zijn om vruchtlichamen te kweken. Bij de vochtige kamermethode brengt men een stukje substraat, bijvoorbeeld een stukje schors van een levende boom, in vochtige omstandigheden. Dit substraat wordt op een vochtig doekje/filterpapiertje in een petrischaaltje/bakje gelegd en wordt dan de opvolgende dagen systematisch afgezocht met de loep of de stereomicroscoop. Vaak vormen zich al vrij snel rijpende vruchtlichamen. Hieruit kunnen we concluderen dat de sporen in ieder geval op heel veel plekken aanwezig zijn ook als we deze niet direct met het blote oog herkennen.
Geografie
Vele soorten zijn kosmopoliet. Zo komt het Witpootglinsterkopje (Diachea leucopodia) zowel in Nederland voor maar ook in de Filipijnen. Waarschijnlijk komt dit omdat de sporen op grote hoogte (en op grote afstand) door de wind kunnen worden verspreid. Natuurlijk zijn er wel globale en regionale verschillen. Een overzicht van de wereldwijde distributie van myxomyceten kunt u op deze site vinden.